iemand gerust laten 1.0
((vooral) in België)
iemand met rust laten; iemand niet lastigvallen
Algemene voorbeelden
Maar vader was koppig. Peter Jan is rijk genoeg. Ja! Dat vond Jan ook. Maar wat kreeg hij op Nieuwjaar? - Ik zeg u nondedju!... - Begint het weer? - Laat me gerust, gij! weerde vader de tussenkomst van Tante Yvonne af.
Zorg ervoor dat iedereen de poes gerust laat: laat het dier zelf op onderzoek gaan.